SAFETY FIRST: We're taking extra measures to ensure your children are safe in our school. More details

ABC'S
Theorie
In het begin wordt "Speaking English with Ace and Christi"
gebruikt om Engels te leren. Tijdens de ABC-theorielessen
zijn er ca. 20 dingen en activiteiten die worden herhaald
en regelmatig komt er een nieuwe klank/letter bij. De leer-
ling wordt heel bekend met het schema en voelt zich veilig
in een vast patroon, waarbij hij /zij voldoende tijd heeft om
zich hierop te concentreren. Rekenen (Math) en woordken-
nis (Word Building) zijn enkele van de eerste vakken.
Daarnaast worden, zodra zij het Engels beheersen, andere
vakken stap voor stap toegevoegd: Engels (English) en
natuurwetenschap (Science) en sociale wetenschappen
(Social Studies). Nederlandse taal, biologie, gezondheid, verkeer en wereldoriëntatie worden in het Nederlands gegeven.
Karakter
In de ABC-lessen leren de leerlingen iedere dag ook een vers uit de Bijbel, die een bepaalde karaktereigenschap toont. Die wordt dan verder verduidelijkt met uitleg, een verhaal, een voorbeeld uit de praktijk en zang. Regels worden gezien als gereedschappen. De belangrijkste regels zijn:
1. Leren om eerlijk en beleefd te zijn.
2. Leren luisteren en gehoorzamen. Als een kind niet kan luisteren naar de supervisor (de leraar) die hij/zij kan zien, hoeveel moeilijker is het dan om te luisteren naar God, die je niet ziet? Hij/zij leert te luisteren en simpele instructies op te volgen.
3. Leren om vriendelijk te zijn. Eerst denken aan anderen, dan aan jezelf. Geduldig wachten op je beurt, en
leren behulpzaam te zijn.
4. Leren om te denken voor je iets doet. Bedachtzaam zijn en de taak volbrengen die je gekregen hebt. Dit zijn
karakterkeuzes en motivaties van het hart.
5. Leren om te zorgen voor bezittingen - spullen voor algemeen gebruik, maar ook zorg voor eigen boeken en verantwoording voor het milieu.
Praktijk
Iedere dag wordt de theorie afgewisseld
met anderhalf uur, waarin praktische vaar-
digheden worden geleerd en geoefend,
afgestemd op hun leeftijd. Dit zijn veelal
huishoudelijke vaardigheden, zoals in de
tuin, het wassen van groentes of het bakken
van brood of koekjes, opruimen, afwassen
of stoffen en dieren verzorgen, maar ook
muziek, de natuur verkennen, gezondheid,
creatieve lessen, knutselen, zendingswerk
en cultuuruitstapjes maken deel uit van het
lesprogramma.

